BEWEGING NET ZO EFFECTIEF ALS ANTIDEPRESSIVA BIJ LICHTE TOT MATIGE DEPRESSIE

Rosalie Beekman – 23 november 2022

Waarom dit onderzoek?

Pillen, praten of… padellen? Kun je een matig-ernstige depressie behandelen met een potje voetbal? Internationale richtlijnen zijn er nog niet over uit of er voldoende bewijs is om een bewegingsinterventie als eerste keuze te adviseren voor de behandeling van depressie. Hoe zit het nu echt?

Onderzoeksvraag

Is er een verschil in effectiviteit tussen antidepressiva en bewegingsinterventies voor de behandeling van lichte tot matige depressie?

Hoe werd dit onderzocht?

Onderzoekers uit Hong Kong wagen zich aan deze vraag in een systematische review met netwerk meta-analyse, die onlangs verscheen in het British Journal of Sports Medicine. Zij verzamelden 21 RCT’s (totale N = 2551) waarin volwassenen met lichte tot matige depressie behandeld werden met een bewegingsinterventie en/of antidepressiva gedurende minstens vier weken. Drie van de RCT’s maakten een directe vergelijking. De anderen vergeleken een van beide condities met een controleconditie, zoals placebo of wachtlijst. Dankzij de netwerkanalyse konden deze RCT’s toch als indirect bewijs geïncludeerd worden. Antidepressiva moesten zogeheten 2e generatie antidepressiva zijn (o.a. SSRI’s, SNRI’s, mirtazapine en bupropion, geen TCA’s). Een bewegingsinterventie was bijvoorbeeld deelname aan een sportklas met krachttraining en conditietraining, voor minimaal twee uur per week. Studies over therapieresistente depressie werden geëxcludeerd, evenals studies over yoga of Tai Chi, omdat dit psychotherapeutische elementen kan bevatten.

Het onderzoek werd verricht volgens de PRISMA richtlijnen. De primaire uitkomst was verandering in depressiescore. De bron-RCT’s gebruikten echter verschillende meetlijsten en eenheden voor depressiescore, waardoor hun resultaten niet zomaar samengevoegd konden worden. Verandering in depressiescore werd eerst gestandaardiseerd door het te delen door de standaarddeviatie van alle metingen in de RCT. De uitkomstmaat die zo ontstaat heet “standardised mean difference” (SMD). Doorgaans geldt een SMD van 0.2 als klein effect, 0.5 als matig en 0.8 als groot.

Belangrijkste resultaten

Bewegingsinterventies (SMD -0.45; 95%BI -0.67 tot -0.23) en antidepressiva (SMD -0.33; 95%BI -0.48 tot -0.19) waren effectiever dan de controlecondities; uit deze SMD’s volgt dat beide een kleine tot matige afname van de depressiescore gaven. Een vergelijking tussen bewegingsinterventie versus antidepressiva toonde geen significant verschil (SMD -0.12; 95%BI -0.33 tot 0.10), zodat geconcludeerd kan worden dat bewegingsinterventies even effectief zijn als antidepressiva. Een combinatie van beiden, bewegen én antidepressiva, werd op basis van een klein aantal studies niet effectiever bevonden dan enkel bewegen of antidepressiva. Bewegen gaf minder bijwerkingen dan antidepressiva, maar was lastiger vol te houden.

Het netwerk werd aan uitgebreide kwaliteitscontroles onderworpen, waarvan het de meesten doorstond. Risk of bias was in de meeste geïncludeerde studies matig. Ook was sprake van matige heterogeniteit (I2 = 46.2%) in het netwerk als geheel, mogelijk doordat de bewegingsstudies verschillende controlecondities gebruikten.

Hoe zal dit onderzoek ons vak veranderen?

Bewegen bij depressie is natuurlijk niet nieuw. Diverse poliklinieken organiseren hardloopgroepen en de Nederlandse richtlijn uit 2013 adviseert fysieke inspanning of running-therapie als monotherapie bij patiënten met een lichte depressie die korter dan 3 maanden duurt. In de zwaardere patiëntgroepen telt het mee als waardevolle ondersteunende therapie.

De huidige studie toont dat bewegen een volwaardige behandeloptie is en verruimt de indicatie naar matige depressies. Bewegen is daarmee een mooi alternatief voor patiënten die minder de voorkeur geven aan andere behandelvormen. De precieze invloed van ziekteduur en ziekte-ernst zou onderwerp van een vervolgstudie kunnen zijn. Ook kan men zich afvragen of de medicamenteuze behandeling van lichte en matige depressie onderbelicht is, gezien slechts 11 RCT’s over dit onderwerp beschikbaar waren.

De auteurs werken in de psychiatrie, sport- en revalidatiegeneeskunde. Nu preventie en leefstijlinterventies terrein winnen, zal deze samenwerking steeds vaker voorkomen. Wie weet, wandeltherapie?

Besproken artikel

Comparative effectiveness of exercise, antidepressants and their combination in treating non-severe depression: a systematic review and network meta-analysis of randomised controlled trials. Recchia F, Leung CK, Chin EC et al. Br J Sports Med 2022;0 1-7 Open acces, link: https://bjsm.bmj.com/content/early/2022/09/23/bjsports-2022-105964

Referenties

https://www.psychiatrist.com/jcp/psychiatry/mean-difference-standardized-mean-difference-smd-and-their-use-in-meta-analysis/https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/depressie/eerste-stap_interventies_bij_depressie/fysieke_inspanning_lichamelijke_activiteit.html

(Photo by Ahmad Odeh on Unsplash)