Belgische Vereniging voor Psychotherapie

WIJZIGINGEN IN DE DSM-5-TR

Michiel W. Hengeveld

De Nederlandse vertaling van de DSM-5-TR is net verschenen en dat roept de vraag op: wat is er precies veranderd? Psychiater em. prof. dr. Michiel W. Hengeveld geeft in dit artikel een uitgebreid overzicht van de wijzigingen.

De eerste vraag die mij gesteld wordt als ik vertel dat de Text Revision van de DSM-5 vertaald is, is of er nieuwe stoornissen bij zijn gekomen. Het antwoord is: één. De bedoeling van de tekstrevisie is dan ook niet om nieuwe stoornissen toe te voegen. Ook de criteria voor de stoornissen zijn nauwelijks gewijzigd. Daarentegen is heel veel informatie over de stoornissen verbeterd of verduidelijkt en is met name veel informatie toegevoegd uit de wetenschappelijke literatuur sinds het verschijnen van de DSM-5 in 2013.

Zo is de DSM-5-TR een volledig geactualiseerd handboek met informatie ten behoeve van de diagnostiek van alle DSM-5-stoornissen. In het navolgende bespreek ik kort welke nieuwe stoornissen en aandoeningen zijn toegevoegd, welke criteria zijn gewijzigd, welke paragrafen sterk zijn uitgebreid, welke namen van stoornissen zijn veranderd en, tot slot, hoe de codering van de stoornissen is gewijzigd.

Nieuwe stoornissen en aandoeningen

  • De persisterende complexe rouwstoornis is gepromoveerd van een aandoening die verder onderzoek behoeft naar het hoofdstuk Psychotrauma- en stressorgerelateerde stoornissen in Deel II en kan nu als persisterende-rouwstoornis worden geclassificeerd en gecodeerd (ICD-10-code: F43.8).
  • Niet echt nieuw, maar terug uit de DSM-IV is de ongespecificeerde stemmingsstoornis (F39). In de DSM-5 kon je alleen kiezen tussen een ongespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornis en een ongespecificeerde depressieve-stemmingsstoornis, terwijl het ongespecificeerd-zijn vaak ook impliceert dat nog niet duidelijk is of het een bipolaire- of depressieve-stemmingsstoornis betreft.
  • Verder zijn twee problemen die een reden voor zorg kunnen zijn toegevoegd: suïcidaal gedrag en niet-suïcidale zelfbeschadiging. Deze kunnen nu dus als belangrijke, eventueel aanvullende, informatie worden geclassificeerd en gecodeerd (ICD-10-code voor beide: T14.9).

Gewijzigde criteria

  • Bij alle psychische stoornissen door een middel/medicatie is terecht aangevuld dat deze ook kunnen ontstaan na onttrekking van een geneesmiddel.
  • In het B-criterium van de bipolaire-I-stoornis staat niet meer: ‘De manische of depressieve episode(n) kunnen niet beter worden verklaard door een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis’. Maar er staat nu: ‘Minstens één manische episode kan niet beter worden verklaard door een schizoaffectieve stoornis en is niet gesuperponeerd op schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.’ Vergelijkbaar vermeldt het B-criterium van de bipolaire-II-stoornis niet meer: ‘De hypomanische of depressieve episode kan niet beter worden verklaard door een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis’, maar vermeldt nu: ‘Minstens één hypomanische en minstens één depressieve episode kan niet beter worden verklaard door een schizoaffectieve stoornis en is niet gesuperponeerd op schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.’ Deze twee wijzigingen zijn, voor zover ik het kan beoordelen, eerder een verduidelijking dan een verandering.
  • De bipolaire-stemmingsstoornis door een middel/medicatie en de bipolaire-stemmingsstoornis door een somatische aandoening worden niet meer gekenmerkt door ‘een verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, met of zonder sombere stemming, of een duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in bijna alle activiteiten’, maar kortweg door ‘een abnormaal verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming en een abnormaal verhoogde activiteit of energie.’ Dit maakt duidelijk dat er alleen sprake kan zijn van een (hypo)manische stoornis door een middel/medicatie of door een somatische aandoening.
  • Bij de aanpassingsstoornis is criterium D (‘De symptomen zijn geen uiting van normale rouw’) aangevuld met ‘en kunnen niet beter worden verklaard door een persisterende-rouwstoornis’. Logisch, vanwege de introductie van die laatste stoornis.
  • Het A-criterium van het delirium luidde in de DSM-5: ‘A disturbance in attention (i.e., reduced ability to direct, focus, sustain and shift attention) and awareness (reduced orientation to the environment)’. We hebben destijds, naar Nederlandse traditie, het bewustzijn als hoofdkenmerk voorop gezet en de oneigenlijke term ‘orientation’ gewijzigd in ‘besef’: ‘Een stoornis in het bewustzijn (verminderd besef van de omgeving) en de aandacht (een verminderd vermogen om de aandacht te sturen, te richten, vast te houden en te verplaatsen).’ In de DSM-5-TR is – terecht dus, naar ons idee – het begrip ‘orientation’ geschrapt; dit komt immers terug in criterium C. Maar ook is nog meer nadruk gekomen op de rol van de aandacht, door het bewustzijn van de omgeving duidelijk secundair te verklaren: ‘A disturbance in attention (i.e., reduced ability to direct, focus, sustain and shift attention) accompanied by reduced awareness of the environment.’ We zijn hiervoor gezwicht en heb het A-criterium nu vertaald als: ‘Een stoornis in de aandacht (een verminderd vermogen om de aandacht te sturen, te richten, vast te houden en te verplaatsen) samengaand met een verlaagd bewustzijn (verminderd besef van de omgeving).’

Nieuwe kennis

De kennis over psychische stoornissen blijft toenemen. Als gevolg daarvan is er in de uitgebreide teksten over de DSM-5-stoornissen veel gewijzigd. De paragrafen die het meest zijn geactualiseerd zijn Prevalentie, Risico- en prognostische factoren, Cultuur en classificatie, Geslacht/gender en classificatie, Relatie met suïcidegedachten of suïcidaal gedrag en Comorbiditeit. Bovendien is voor het eerst de hele tekst voorgelegd aan een ‘Work Group on Ethnoracial Equity and Inclusion’ om racistische, discriminerende en stigmatiserende taal te voorkomen.

Nieuwe namen

Sommige namen die in de DSM-5 nog gebruikt werden zijn definitief vervangen: de verstandelijke beperking heet nu verstandelijke-ontwikkelingsstoornis, de persisterende depressieve stoornis heet niet meer dysthymie, en de term sociale fobie, die nog bij de sociale-angststoornis stond, is geschrapt. Ook staat de conversiestoornis alleen nog tussen haakjes achter de functioneel-neurologisch-symptoomstoornis.

Nieuwe vertalingen     

  • Bij de stemmingsstoornissen spreken we niet meer van een ‘sombere stemming’, omdat somberheid slechts een van de verschillende uitingen van een depressieve episode kan zijn. Conform de herziene druk van het Handboek psychiatrisch onderzoek* hebben we gekozen voor de bredere term ‘verlaagde stemming’.
  • Middelgerelateerde stoornissen hebben we nu, na overleg met verslavingspsychiaters, consequent allemaal ‘stoornis in het gebruik van …’ , ‘intoxicatie door …’ en ‘onttrekkingsyndroom van …’ genoemd. In de vertaling van de DSM-5 hadden we soms verkorte termen gebruikt, zoals ‘stoornis in alcoholgebruik’, ‘cafeïne-intoxicatie’ en ‘cannabisonttrekkingssyndroom’.
  • Bij de obsessie-compulsieve en verwante stoornissen is het sinds de DSM-5 mogelijk om de mate van realiteitsbesef te specificeren. We vertaalden ‘with absent insight/delusional beliefs’ als ‘met ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen’, bij gebrek aan een gangbaar bijvoeglijk naamwoord van ‘waan’. Intussen hebben we echter het bijvoeglijk naamwoord ‘paranoïsch’ overgenomen uit de herziene druk van het Handboek psychiatrisch onderzoek en luidt de vertaling in de DSM-5-TR: ‘met ontbrekend realiteitsbesef/paranoïsche overtuigingen’.
  • De ‘Cross-Cutting Symptom Measures’ vertaalden we in de DSM-5 als ‘Vragenlijsten algemene psychiatrische symptomen’. Dat was niet correct: het zijn transdiagnostische vragenlijsten en ze gaan over klachten, niet over symptomen. Daarom is nu gekozen voor: ‘transdiagnostische klachtenlijsten’.

Nieuwe coderingen

Veel mensen hebben het over ‘DSM-codes’, maar die bestaan niet. De DSM gebruikt – gelukkig – geen eigen coderingen maar hanteert de codes van de International Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD). Lang werd in Nederland nog gebruik gemaakt van de negende versie van de ICD, maar vanaf 1 januari 2022 past het Zorgprestatiemodel (ZPM) de tiende revisie toe, de ICD-10.** Ook in de DSM-5-TR staan alleen nog de codes van de ICD-10. Anders dan de ICD-9 gaat het niet meer om een numerieke code van maximaal 5 cijfers (bijvoorbeeld 296.22 voor een matig ernstige eenmalige episode van een depressieve stoornis), maar om alfanumerieke code met een hoofdletter en maximaal 3 cijfers. De hoofdletter staat voor een samenhangende groep van ziekten of een orgaansysteem. Voor de psychische stoornissen en gedragsstoornissen is dit de letter F. Zo is de code voor een matig ernstige, eenmalige depressieve episode F32.1.

De Nederlandse vertaling van de DSM-5-TR is tot stand gekomen onder supervisie van em.prof.dr. Michiel W. Hengeveld.


* Hengeveld, M.W., Oosterbaan, D., & Tijdink, J. (2023). Handboek psychiatrisch onderzoek. Derde, geheel herziene druk. Boom. In voorbereiding.

** Wereldgezondheidsorganisatie (2014). Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen, tiende revisie. Deel 1, systematische lijst. Bohn Stafleu van Loghum.

bron: boompsychologie.nl

DE INTEGRATIE VAN ACUPRESSUUR IN DE THERAPEUTISCHE PRAKTIJK. – PETER ROSVELDS

The American Psychological Association (APA) publiceerde in mei dit jaar een groot onderzoek van Dr. David Feinstein: ‘Combining Acupressure with Established Psychological Methods Improves Clinical Outcomes‘.

De APA wilt hiermee zijn leden voorbereiden op een nieuwe golf van hulpverlening waarbij lichaamsgerichte technieken zoals acupressuur steeds meer zullen geïntegreerd worden.

Het onderzoek toont aan dat lichaamsgericht werken (acupressuur) in combinatie met klassieke psychotherapie niet alleen zeer effectief is maar ook ongewoon snelle en duurzame resultaten geeft.

De techniek die wordt gebruikt noemt men EFT (Emotional Freedom Techniques of psychologische acupressuur of tapping).

Het artikel van de APA: https://www.growkudos.com/publications/10.1037%25252Fint0000283/reader?fbclid=IwAR3r_kU1o7KxTcY_qAcrg36m4cvsIfzr-iFsxjkpA3oW3oEv29RGB3SdhAU

Om te begrijpen waarom EFT of acupressuur zo efficiënt is, geven we een woordje uitleg over Memory Reconsolidation (Bruce Ecker):

Met Memory Reconsolidation bedoelen we het aangeboren vermogen van de hersenen om een bestaand leerproces te updaten of een nieuw gedrag te leren bij een bepaalde prikkel waarbij je al lange tijd ongewenst gedrag vertoont. Het is het vermogen om een bepaald neuraal pad te vervangen door een nieuwer of gewenster neuraal pad. VB 1: Je vindt iemand niet leuk na een eerste ontmoeting. Je brein is in staat om deze mening/overtuiging bij te stellen na een eventuele 2 de ontmoeting waar deze persoon toch leuk blijkt te zijn. VB 2: Na het denken aan een bepaalde herinnering wordt je zelfvertrouwen steeds ondermijnt, je brein kan leren om er neutraler op te reageren en er zelfs constructieve lessen aan te koppelen die je vertrouwen deugd doen.

Vooraleer deze nieuwe informatie zich echt vertaalt in onbewust gedrag, moet het worden geïnstalleerd in het lange termijn geheugen.

Het brein heeft een systeem om ‘oude lessen’ (vb. beperkende overtuiging) te updaten met nieuwe informatie. Neurale paden kunnen hiervoor worden aangepast. Dit proces noemt men Memory Reconsolidation. Er moet aan 3 voorwaarden worden voldaan om tot MR te komen.

1. Wat je hebt geleerd (= de oude les of emotie of herinnering) moet dichtbij worden gehaald, het neurale pad moet als het ware worden geactiveerd.

2. Je biedt gelijktijdig je brein een geloofwaardig, alternatief gedrag, gevoel of emotie aan.

Dit noemt men in de ‘Juxtaposition’ of ‘opposite position’.

3. Dit moet meerdere keren worden herhaald.

Je brein komt dan in de problemen, de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ tegenovergestelde informatie kunnen niet gelijktijdig waar zijn. Na enkele herhalingen kiest je brein voor het wegschrijven van de nieuwe, geupdate informatie.

Dit proces wordt ook gevolgd bij een EFT sessie :

1. De cliënt wordt gevraagd naar het gevoel, de overtuiging, de lichamelijke sensatie die hem dwars zit, het neurale pad wordt hierbij geactiveerd.

2. Door het stimuleren van de acupressuurpunten kalmeren we het gevoel of de emotie die er dan aanwezig is (we verkleinen de amplitude van het oude neuronale pad), pas wanneer dit rustiger is bieden we het brein een alternatieve visie aan, deze visie heeft nu de kans om als een volwaardig alternatief te dienen voor het brein en de amplitude van dit nieuwe neurale pad is gelijk aan of zelfs groter als dat van het oude pad en net daar ligt de kracht en toegevoegde waarde van EFT.

3. We herhalen dit proces enkele keren (tijdens het tikproces).

Ook in België is EFT/acupressuur aan een opmars bezig. Deze maand volgden oncologen, onco-psychologen en onco-coaches van 6 Belgische ziekenhuizen (UZ-Gent, UZ-Brussel, AZ-Groeninge, AZ-Glorieux, Jessa ZH, AZ-Klina) een 2-daagse opleiding EFT. Onderzoek van Prof. Debruyne toonde aan dat EFT zeer bruikbaar is om patiënten cognitief vooruitgang te laten boeken na een kankerbehandeling en dat het een laagdrempelige tool is die efficiënt pijn- en stressverlagend werkt.

Het onderzoek : https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2589537021003618?fbclid=IwAR0wmTHG0A_e1jk-7GmI3URt2wg5328nvf5P7rCO_jF_pU1s9TI2G7ZIKbM

(Photo by Matheus Ferrero on Unsplash)

Photo by Javier Allegue Barros on Unsplash

CM ERKENT PSYCHOTHERAPEUTEN MET EEN ECP.

Met vreugde lazen wij op de vernieuwde site van de CM dat vanaf 1/01/2023 (buiten de psychotherapeuten die middels de overgangsmaatregelen door jullie een erkenningsnummer krijgen) de huidige – en toekomstige ECP-houders ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor hun cliënten/patiënten: 

vanaf 1 januari 2023*: een psychotherapeut die beschikt over een Europees Certificaat voor Psychotherapeuten (ECP).

Wij zijn zeer verheugd dat de CM (in onze ogen steeds de trendsetter m.b.t. psychotherapie) het Europees Certificaat de waarde geeft die het verdient, net zoals we daar nu de FOD Volksgezondheid van aan het overtuigen zijn en de EAP, op haar beurt, de Europese Commissie en het Europees Parlement.

De ABP-BVP zal het niet nalaten om, in haar lobby naar de andere ziekenfondsen, het ECP als enige garantie voor te stellen voor een kwaliteitsvolle psychotherapie opleiding, conform de opleidingscriteria van de EAP.

Ook het Intermutualistisch College zullen wij voorstellen het ECP te hanteren als erkenningscriterium.

ECP houders zijn verplicht om jaarlijks 50 u. accreditatie te halen (middels supervisie, intervisie, continuous professional development, symposia, opleidingen, multi- en interdisciplinair overleg,…)

De ABP-BVP voorziet hier in middels haar Regionale Kwaliteitsgroepen. Ook vele organisaties vragen bij de ABP-BVP accreditatie aan voor hun opleidingen; check de huidige lijst:  ACCREDITATIELIJST – ABP-BVP

Jaarlijks dienen onze leden hun accreditaties te uploaden in hun persoonlijk profiel en worden er provinciale steekproeven genomen.

(Photo by Javier Allegue Barros on Unsplash)

BEWEGING NET ZO EFFECTIEF ALS ANTIDEPRESSIVA BIJ LICHTE TOT MATIGE DEPRESSIE

Rosalie Beekman – 23 november 2022

Waarom dit onderzoek?

Pillen, praten of… padellen? Kun je een matig-ernstige depressie behandelen met een potje voetbal? Internationale richtlijnen zijn er nog niet over uit of er voldoende bewijs is om een bewegingsinterventie als eerste keuze te adviseren voor de behandeling van depressie. Hoe zit het nu echt?

Onderzoeksvraag

Is er een verschil in effectiviteit tussen antidepressiva en bewegingsinterventies voor de behandeling van lichte tot matige depressie?

Hoe werd dit onderzocht?

Onderzoekers uit Hong Kong wagen zich aan deze vraag in een systematische review met netwerk meta-analyse, die onlangs verscheen in het British Journal of Sports Medicine. Zij verzamelden 21 RCT’s (totale N = 2551) waarin volwassenen met lichte tot matige depressie behandeld werden met een bewegingsinterventie en/of antidepressiva gedurende minstens vier weken. Drie van de RCT’s maakten een directe vergelijking. De anderen vergeleken een van beide condities met een controleconditie, zoals placebo of wachtlijst. Dankzij de netwerkanalyse konden deze RCT’s toch als indirect bewijs geïncludeerd worden. Antidepressiva moesten zogeheten 2e generatie antidepressiva zijn (o.a. SSRI’s, SNRI’s, mirtazapine en bupropion, geen TCA’s). Een bewegingsinterventie was bijvoorbeeld deelname aan een sportklas met krachttraining en conditietraining, voor minimaal twee uur per week. Studies over therapieresistente depressie werden geëxcludeerd, evenals studies over yoga of Tai Chi, omdat dit psychotherapeutische elementen kan bevatten.

Het onderzoek werd verricht volgens de PRISMA richtlijnen. De primaire uitkomst was verandering in depressiescore. De bron-RCT’s gebruikten echter verschillende meetlijsten en eenheden voor depressiescore, waardoor hun resultaten niet zomaar samengevoegd konden worden. Verandering in depressiescore werd eerst gestandaardiseerd door het te delen door de standaarddeviatie van alle metingen in de RCT. De uitkomstmaat die zo ontstaat heet “standardised mean difference” (SMD). Doorgaans geldt een SMD van 0.2 als klein effect, 0.5 als matig en 0.8 als groot.

Belangrijkste resultaten

Bewegingsinterventies (SMD -0.45; 95%BI -0.67 tot -0.23) en antidepressiva (SMD -0.33; 95%BI -0.48 tot -0.19) waren effectiever dan de controlecondities; uit deze SMD’s volgt dat beide een kleine tot matige afname van de depressiescore gaven. Een vergelijking tussen bewegingsinterventie versus antidepressiva toonde geen significant verschil (SMD -0.12; 95%BI -0.33 tot 0.10), zodat geconcludeerd kan worden dat bewegingsinterventies even effectief zijn als antidepressiva. Een combinatie van beiden, bewegen én antidepressiva, werd op basis van een klein aantal studies niet effectiever bevonden dan enkel bewegen of antidepressiva. Bewegen gaf minder bijwerkingen dan antidepressiva, maar was lastiger vol te houden.

Het netwerk werd aan uitgebreide kwaliteitscontroles onderworpen, waarvan het de meesten doorstond. Risk of bias was in de meeste geïncludeerde studies matig. Ook was sprake van matige heterogeniteit (I2 = 46.2%) in het netwerk als geheel, mogelijk doordat de bewegingsstudies verschillende controlecondities gebruikten.

Hoe zal dit onderzoek ons vak veranderen?

Bewegen bij depressie is natuurlijk niet nieuw. Diverse poliklinieken organiseren hardloopgroepen en de Nederlandse richtlijn uit 2013 adviseert fysieke inspanning of running-therapie als monotherapie bij patiënten met een lichte depressie die korter dan 3 maanden duurt. In de zwaardere patiëntgroepen telt het mee als waardevolle ondersteunende therapie.

De huidige studie toont dat bewegen een volwaardige behandeloptie is en verruimt de indicatie naar matige depressies. Bewegen is daarmee een mooi alternatief voor patiënten die minder de voorkeur geven aan andere behandelvormen. De precieze invloed van ziekteduur en ziekte-ernst zou onderwerp van een vervolgstudie kunnen zijn. Ook kan men zich afvragen of de medicamenteuze behandeling van lichte en matige depressie onderbelicht is, gezien slechts 11 RCT’s over dit onderwerp beschikbaar waren.

De auteurs werken in de psychiatrie, sport- en revalidatiegeneeskunde. Nu preventie en leefstijlinterventies terrein winnen, zal deze samenwerking steeds vaker voorkomen. Wie weet, wandeltherapie?

Besproken artikel

Comparative effectiveness of exercise, antidepressants and their combination in treating non-severe depression: a systematic review and network meta-analysis of randomised controlled trials. Recchia F, Leung CK, Chin EC et al. Br J Sports Med 2022;0 1-7 Open acces, link: https://bjsm.bmj.com/content/early/2022/09/23/bjsports-2022-105964

Referenties

https://www.psychiatrist.com/jcp/psychiatry/mean-difference-standardized-mean-difference-smd-and-their-use-in-meta-analysis/https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/depressie/eerste-stap_interventies_bij_depressie/fysieke_inspanning_lichamelijke_activiteit.html

(Photo by Ahmad Odeh on Unsplash)

ZELFSTANDIG VOLWASSENPSYCHOLOOG/-PSYCHOTHERAPEUT

Praktijk de Hille is een groepspraktijk gelegen te Zwevezele. Wegens de grote vraag naar psychotherapeutische begeleidingen, zijn we op zoek naar een geëngageerde, gemotiveerde collega om ons volwassenteam in de praktijk te versterken. We zoeken een psycholoog die over de nodige professionele en psychotherapeutische bagage beschikt om individuele begeleidingen op een zelfstandige manier vorm te geven, en tegelijk onze algemene teamwerking mee te versterken. Meer info over onze werking vind je op www.praktijkdehille.be

(Photo by Praktijk de Hille)

AANTAL DEPRESSIES EN BURN-OUTS NEEMT ANGSTAANJAGEND TOE.

De ziektegroep Psychische Stoornissen kostte in 2020 aan het RIZIV 2,4 miljard Euro.

uitgaven_invaliditeit_burnout_depressie_2016_2019_1_globaal.pdf (fgov.be)

Het aantal personen in invaliditeit binnen de Ziektegroep Psychische Stoornissen kwam in 2020 op 170.224

aantal_invaliditeit_burnout_depressie_2016_2020_4_regio.pdf (fgov.be)

Een kleine rekensom:

  • 2,4 miljard Euro gedeeld door 170.224 patiënten is 14.099 Euro per patiënt
  • 14.992 Euro gedeeld door 65 Euro (een gemiddelde psychotherapeutische sessie) is 217
  • misschien dat het RIZIV toch eens moet denken aan de terugbetaling van enkele psychotherapeutische sessies???

Nieuwe pistes aangaande depressie:

Helpen ontstekingsremmers bij depressie? Wetenschappers uit Vlaanderen en Nederland starten groot onderzoek | VRT NWS: nieuws

Onderzoek met ’n geurtje: kan stoelgangtransplantatie helpen bij behandeling van angst en depressie? | VRT NWS: nieuws

(Photo by Fernando @cferdophotography on Unsplash)

PSYCHOTHERAPEUT DE BLEEKWEIDE

Vzw Het Nest – De Bleekweide Kempen is op zoek naar iemand die geëngageerd is om voor 2-3 dagen per week in de praktijk mee in te stappen. Keuze van de dagen is nu nog vrij in te vullen, uiteraard in overleg.
Bachelor of master in de psychologie. Bachelor menswetenschappelijke richting. Erkende therapie-opleiding.
Startdatum vanaf 1 november 2022.

(Photo by De Bleekweide)

VROEGTIJDIGE KINDONTHULLINGEN INZAKE KINDERMISHANDELING

Drempels en noden

Stefaan Boel, klinisch psycholoog, integratief psychotherapeut, kindertherapeut, actief binnen de groepspraktijk Psychologisch & Pedagogisch Consult (www.psycon.be) wil graag de conclusies delen van zijn onderzoek in samenwerking met de Universiteit Gent (faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen – vakgroep orthopedagogiek). Het onderzoek werd gefaciliteerd door de ABP-BVP door de online enquête te verspreiden onder haar leden.

(Photo by Jackson Films on Unsplash)